Dialoogvenster Opties, Omgeving, Toetsenbord

Met behulp van de pagina Toetsenbord van het dialoogvenster Opties kunt u het toetsenbordschema aanpassen voor de IDE (ge∩ntegreerde ontwikkelomgeving). Gebruik deze optie als u sneltoetsen voor veelgebruikte opdrachten of de favoriete binding voor een bepaalde opdracht wilt instellen. U kunt dit dialoogvenster openen door Opties in het menu Extra te selecteren en vervolgens de pagina Toetsenbord in de map Omgeving te kiezen.

Tip   Voer in het tekstvak Druk op sneltoets(en) een toetsencombinatie in als u de toetsencombinatie voor een bestaande opdrachttoewijzing wilt controleren. Er wordt bijvoorbeeld File.SaveAll (CTRL+S (Global)) weergegeven in de lijst Snelkoppeling wordt momenteel gebruikt door als u CTRL+S invoert in het tekstvak Druk op sneltoets(en).

Toewijzingsschema voor toetsenbord

Hiermee wordt de set met alle beschikbare collecties sneltoetsen weergegeven. Als u een specifiek schema wilt laden, selecteert u dat schema in de lijst. Als u het dialoogvenster Opties wilt verlaten, klikt u op OK, zodat het geselecteerde schema wordt geladen in de IDE.

Opmerking   Als u op OK klikt in het dialoogvenster Opties, worden alle optie-instellingen opgeslagen, inclusief instellingen op andere pagina's.

Opslaan als

Hiermee wordt het dialoogvenster Schema opslaan weergegeven, waarin u een naam kunt invoeren voor het nieuwe toewijzingsschema voor het toetsenbord dat u wilt opslaan. Als u op OK klikt in het dialoogvenster Schema opslaan, wordt er een nieuw item toegevoegd aan het bovengenoemde toewijzingsschema voor het toetsenbord.

Opmerking   Als er al een schema met de opgegeven naam bestaat, wordt u gevraagd of u dit wilt vervangen.

Verwijderen

Hiermee wordt het geselecteerde toetsenbordschema verwijderd.

Opmerking   U kunt geen standaardtoetsenbordschema's verwijderen.

Opdrachten weergeven met

Hiermee worden de beschikbare opdrachten in de IDE weergegeven die de opgegeven tekens bevatten. Als dit bewerkvak leeg is, worden alle opdrachten weergegeven. Als u een volledig woord typt, worden in de resultaatlijst alle items weergegeven waarin het getypte woord voorkomt.

Sneltoets(en) voor geselecteerde opdracht

Hiermee worden toegewezen sneltoetsen weergegeven voor de geselecteerde opdracht in de lijst Opdrachten weergeven met. Een aantal opdrachten bevat meerdere toegewezen sneltoetsen.

Verwijderen

Hiermee wordt de geselecteerde sneltoetsencombinatie verwijderd.

Nieuwe snelkoppeling gebruiken in

Hiermee kunt u de nieuwe sneltoets overal in de IDE gebruiken, of alleen binnen een specifieke context (of venster). De standaardinstelling is Algemeen. Als u een specifieke context kiest, blijft de sneltoets alleen geactiveerd als de context actief is. Als u Algemeen kiest, werkt de sneltoets in alle actieve vensters in de IDE, tenzij dezelfde sneltoets is toegewezen in een andere editor. In dat geval wordt de sneltoets overschreven door de editor.

Druk op sneltoets(en)

Hiermee kunt u op een toetsencombinatie drukken die u wilt gebruiken voor de opdracht die momenteel is geselecteerd. U moet ΘΘn of meer modificatietoetsen, zoals CTRL, ALT of SHIFT, gebruiken. De modificatietoetsen worden weergegeven in de volgorde waarin u er op drukt. Als u bijvoorbeeld op CRTL drukt, vervolgens op SHIFT en daarna op F2, wordt de sneltoets CTRL+SHIFT+F2 gemaakt. U kunt BACKSPACE gebruiken om de volledige sneltoetsencombinatie in een keer te verwijderen.

Opmerking   De volgende toetsen kunnen niet worden toegewezen: ALT, SHIFT of CTRL zonder een andere toets; ESC, PRINT SCRN/SYS RQ, SCROLL-LOCK, PAUSE/BREAK, TAB, CAPS-LOCK, INSERT, HOME, END, PGUP, PGDN, Windows-logotoetsen, de toepassingstoets, de pijltoetsen of ENTER; NUM-LOCK, DEL of CLEAR op het numerieke toetsenbord; CTRL+ALT+DEL.

Toewijzen

Hiermee wordt een nieuwe toetsencombinatie toegewezen aan de geselecteerde opdracht voor het weergegeven toewijzingsschema voor toetsenbord. De nieuwe opdracht wordt toegevoegd aan de lijst Sneltoets(en) voor geselecteerde opdracht, zodat het mogelijk is meerdere toetsencombinaties toe te wijzen aan ΘΘn opdracht. Deze knop is pas actief als u een toetsencombinatie typt in het vak Druk op sneltoets(en). Als u een toets in het schema [Standaardinstellingen] bindt, wordt u gevraagd een kopie van het schema te maken en het een naam te geven.

Opmerking   Wijzigingen die zijn gemaakt met behulp van de knop Toewijzen, worden niet geannuleerd als u op de knop Annuleren klikt.

Snelkoppeling wordt momenteel gebruikt door

Hiermee wordt de opdracht weergegeven waaraan de toetsencombinatie momenteel is toegewezen. Deze knop wordt alleen weergegeven als u een toets of toetsencombinatie toewijst die al is toegewezen. Als u de snelkoppeling wilt vervangen door een aangepaste sneltoetsencombinatie, moet u een nieuw toewijzingsschema voor toetsenbord definiδren.